De vrijheid en de dikke ik

door | 1 reactie

Een stukje uit het boek dat ik aan het schrijven ben over de manier waarop Corona onze fundamentele verlangens en angsten blootlegt. Reacties zijn welkom!

De vrijheid en de dikke ik

De dikke ik.

Het is april 2021 en het volk mort. De lente lokt en een jaar corona is blijkbaar het maximale dat wij kunnen (ver)dragen. We willen vooral weer dicht bij elkaar kunnen zijn en ons geen zorgen meer maken over ziek worden of social distancing. We willen onze vrijheid terug! Dat komt tot uitdrukking in de grote behoefte om weer op een terras te kunnen zitten. De ziekenhuizen liggen nog vol met corona patiënten, en een daling heeft zich, ondanks de vaccinaties nog niet echt ingezet. De politiek beweegt mee, bang als ze is voor conflicten en verlies aan draagvlak. Als we het nieuws moeten geloven is dat wat het betekent, het terras en de bijbehorende drankjes als symbool voor vrijheid. Weet je nog, vorige zomer toen de terassen weer open mochten en mensen soms huilend van geluk plaatsnamen? Nu eisen we onze vrijheid terug, ook al gaat dat ten koste van de gezondheid van anderen en vergt het economische offers van de maatschappij. Is vrijheid dan een puur individuele zaak (geworden)? Op vrijheid kom ik zometeen terug, voor nu richten we ons even op het individu.

Het individu in uitvergroting, dat is de ‘dikke ik’, in 2005 door Harry Kunneman geïntroduceerd. Ik zeg hier niet dat alle mensen die graag weer bij elkaar willen zijn, die verlangen naar een terras, dikke ikken zijn. Maar het is zo’n mooi begrip dat in één keer precies zegt waar het om gaat. Iedereen snapt het meteen. De dikke ik die alleen nog maar aan zichzelf denkt, zijn eigen behoefte. Zoals Kunneman zegt in een artikel in Trouw: “Het Dikke Ik heeft voor mij drie kenmerken: steeds dikker worden, jezelf dik maken en een dikke huid hebben. Steeds dikker worden verwijst naar consumptieve mateloosheid: het is nooit genoeg. Zonder vooruitzicht van meer is het leven kaal. En dan heb ik het niet alleen over spullen, maar over alle consumptieve mogelijkheden die de vrijemarkteconomie genereert”. Later maakten de PvdA leider Diederik Samsom en VVD-leider Mark Rutte er hun eigen politieke statements mee. Rutte had het over ‘geen samenleving waarin mensen denken dat ze alles kunnen maken en recht hebben op allerlei voorzieningen’, en Samsom over ‘minachting voor andersdenkenden, onverzadigbaarheid en zelfingenomenheid’. Het grappige is dat zij exponenten zijn van verschillende politieke stromingen die moeilijk met elkaar samengaan. Het laat zien dat zo’n begrip ‘dikke ik’ op verschillende manieren en met verschillende motieven gebruikt kan worden. En het laat zien dat, ondanks dat we het allemaal snappen, we het ook allemaal anders invullen. De dikke ik is altijd een ander, nooit wijzelf. Dat is een belangrijk gegeven dat ook op andere plekken vaak opduikt; het is meestal de ander die fout zit.

Je kunt het alleen maar hebben over een dikke ik, als er ook een dunne ik is om mee te vergelijken. En een dunne ik, dat wil blijkbaar écht niemand zijn. Een dunne ik, dat lijkt op een loser, een achterblijver, iemand die het niet gemaakt heeft. Dan zijn we misschien nog liever een dikke ik. Maar wie is dat eigenlijk, die ‘dikke ik’, die ander die alleen nog maar aan zichzelf denkt, die koste wat kost zijn feestje wil vieren op het terras of in het park, die vindt dat hij recht heeft op wat hij nodig heeft? Ik zie dat de dikke ik vooral bang is. Bang om te verliezen, bang voor de toekomst, bang voor om de mindere te zijn. Eigenlijk ben je dan net zo goed een dunne ik. Een ik die vanuit angst en schaarste leeft en dat maskeert door zijn status, eigendom en macht, zijn vrijheid, met hand en tand te verdedigen. Zijn we niet allemaal soms angstig, zijn we niet allemaal een beetje ‘dikke ik’? Soms zijn we ons daar bewust van, maar heel vaak ook niet. We vinden dat we ‘gewoon’ zo zijn en zijn daaraan gewend. Was het nu maar zo dat we ons daar bewust van zijn, dan is het mogelijk om daarin een keuze te maken. Maar we zijn ons daar dus meestal niet van bewust. We hebben ergens recht op, en dat is nu eenmaal zo. Angst en onzekerheid zijn niet leuk om mee te leven. We stoppen ze daarom weg in ons onbewuste en creëren daarmee een noodzaak om ons superieur, belangrijk of sterk te voelen. Daarvoor moet dan wel iemand anders het onderspit delven. Dat zijn dan de mensen die wél ziek worden, de mensen aan de onderkant van de samenleving, de kwetsbaren. Mensen in verzorgingstehuizen. Maar die hebben dan gewoon ‘pech’ gehad.

(Uit de Volkskrant)

Zijn er dan geen dunne ikken? Natuurlijk zijn die er wel, en veel ook! Maar omdat, zoals gezegd, niemand graag een dunne ik wil zijn, zijn ze moeilijker te onderscheiden. Omdat ze zich zo klein kunnen maken, verstoppen ze zich en vanuit hun verstopplek schieten ze met scherp. Ik spreek uit ervaring, ik was jarenlang zo iemand. Zo iemand die zich klein maakt maar tegelijk wel overal iets van vindt. Mijn omgeving zag dat heel anders, die zag iemand met veel weerstand, koppig en (dus) sterk. Ik vond dat zelf trouwens ook zo. Het doet denken aan de mensen met een slachtoffer houding die zichzelf sterk vinden, en gevonden worden, omdat ze zoveel leed aankunnen. De dunne ik, die is óók bang en onzeker, dat is óók altijd iemand anders. De dunne ik en de dikke ik, ze wonen in hetzelfde huis. In coaching termen praten we dan vaak over agressief of sub-assertief gedrag. Daartussen zit de assertief gedrag, waarmee je uitdraagt dat je jezelf belangrijk vindt en tegelijkertijd oog blijft houden voor de behoefte van de ander. We vinden dat een lastig iets, jezelf belangrijk vinden klinkt al gauw als egoïsme.  .

Is het dan slecht om jezelf belangrijk te vinden, zou je kunnen vragen. Nee, natuurlijk niet. Jij bent belangrijk, ieder mens is belangrijk. En we zijn allemaal soms bang en onzeker, we zijn zo kwetsbaar ook al kunnen of willen we het niet toegeven. Het wordt pas moeilijk als mijn angst belangrijker wordt dan de jouwe. Brené Brown schreef er een mooi boek over: ‘de kracht van kwetsbaarheid’. Ze beschrijft daarin hoe ze vanuit haar eigen kwetsbaarheid de kracht vond om zichzelf belangrijk te weten en van daaruit betekenisvolle relaties aan te gaan en succes te vinden in haar leven en werk. Wat ze ook in dat boek laat zien is dat het niet gemakkelijk is om je gevoel te tonen. Het wordt je sterk afgeraden door je omgeving. Compassie en empathie (waarover later meer) zijn in de meeste bedrijven en organisaties vreemde vogels. Er zijn er maar weinig onder ons die van huis uit hebben meegekregen dat je gevoel laten zien iets goeds is. Het wordt ons verteld, ja, maar de praktijk laat toch nog altijd iets anders zien.

(Uit de Volkskrant)

Vrijheid

Laten we dan nu eens kijken naar het begrip vrijheid. Zoals ik schreef, we willen onze vrijheid terug. De vrijheid die we een jaar geleden op moesten geven omdat de situatie er nu eenmaal om vroeg. De ziekenhuizen lagen eensklaps vol en mensen gingen dood aan een virus dat ook jou zomaar kon pakken. De angst was groot en we deden vooral wat de deskundigen dachten dat het best was voor ons. Premier Rutte noemde het een ‘intelligente lockdown’. Briljant gevonden! Als we slim waren (en dat zijn we natuurlijk) dan wisten we wat goed voor ons was: thuisblijven en afstand houden. De wegen waren erg leeg, herinner ik me van mijn reizen tussen Breda en Amsterdam. We leverden onze vrijheid vrijwillig in. Hoe vrijwillig was dat eigenlijk, hoe volgzaam zijn wij zonder het te beseffen? Er waren toen trouwens ook al onvrijwilligen, opstandigen die twijfelden aan de maatregelen, die ook twijfelden aan het virus. Hoe onvrijwillig zijn die zonder het te beseffen? De deskundigen waren het er immers ook niet altijd over eens, over de reikwijdte van het virus, over de maatregelen, over de impact op de gezondheidszorg en economie. Hoe vrij zijn wij in onze beslissingen? Juist het feit dat deze situatie in onze moderne wereld nog niet eerder was voorgekomen, maakt dat je daar zonder de last van de geschiedenis met een meer open blik naar kunt kijken.

Om in vrijheid keuzes te kunnen maken is het nodig dat je bewust bent van je eigen overwegingen, je eigen angsten en onzekerheden. Ik liet al zien dat we die graag wegstoppen. Vrijheid impliceert vrije wil, en daar komt nogal wat bij kijken. De neurowetenschapper Dick Schwaab laat in zijn boek ‘wij zijn ons brein’, zien dat onze ‘bewuste’ beslissingen al microseconden daarvóór in ons brein zijn voorbereid.

Om uit vrije wil te handelen, zegt hij, moet je drie dingen kunnen doen. Ten eerste had je niét moeten kunnen doen wat je deed (ja, lees dat nog maar eens terug), ten tweede moet er een redenering achter je keuze zitten en ten derde moet je het idee hebben dat dit werkelijk vanuit jouzelf komt. Om niet te kunnen doen wat je deed lijkt zo gemakkelijk; dan doe je het toch gewoon niét!? Ik herinner mij dat ik kritisch was op de maatregelen die ons werden opgelegd, Ja, het voelde als opgelegd. Ik wilde graag meer informatie, voelde me beperkt en dacht dat er misschien nog andere mogelijkheden zouden zijn om met de situatie om te gaan. Maar om dus niet mee te gaan met de stroom, zou ik mij actief hebben moeten verzetten. Die keuze was er. Maar mijn omgeving vond mij al gauw te kritisch en ik had het gevoel dat er een andere keuze kwam: doe ik mee met de groep en leg ik mij neer bij wat er gebeurt, of doe ik dat niet en kom ik alleen te staan. Wij mensen zoeken elkaar op, groepsdruk speelt in op een gevoel van ‘erbij horen’, en iedereen wil erbij horen, ook ik. Erbij horen komt vanuit een diep onbewust gevoel dat wij mensen hebben en dat we maar voor een klein deel snappen. Ik had dus het gevoel dat ik geen andere keuze had. En daarmee is ook mijn vrije wil uitgespeeld. Daarom, denk ik, zoeken veel mensen die ‘kiezen’ voor tegenwerking, ook dat andere groepje op. Dan hoor je tenminste ook weer ergens bij.

Wat een bewuste keuze lijkt, blijkt in veel gevallen een rationalisatie, een verhaal dat we onszelf achteraf vertellen om onze onbewuste keuzes te rechtvaardigen. En een verhaal waar dus ook in alle macht aan moeten vasthouden, omdat de grond anders onder onze voeten verdwijnt, onbewust als we zijn.

Een andere neurowetenschapper, Victor Lamme, laat in zijn boek ‘de vrije wil bestaat niet’, zien dat objectiviteit en vrije wil op zijn best voorwaardelijk zijn. We hebben echter wel een mate van vrije wil nodig om ons gedrag ten opzichte van anderen te begrijpen. Hij ziet vrije wil als een noodzaak om moreel te kunnen handelen. Dan zitten we dus een dilemma. De vrije wil is voorwaardelijk en toch moeten we erop kunnen vertrouwen om ons gedrag te kunnen begrijpen sturen. Als ik de enige persoon in de wereld zou zijn, dan was er geen probleem, want dan is moraliteit overbodig. Maar we zijn nu eenmaal niet alleen. De Duitse filosoof Kant biedt hier een uitweg. Hij zegt dat wij moeten aannemen dat wij vrij zijn zodat we in onze doelstellingen in de wereld vanuit deze wetten kunnen handelen.  Dit biedt ons de mogelijkheid om vanuit het idee van vrijheid en zelfrechtvaardiging autonoom te zijn.

Hebben we de vrijheid die we terug willen uit vrije wil gegeven? Het lijkt er niet op. Is de vrijheid die we terug willen, en waarmee we de randen van de maatregelen opzoeken (en regelmatig overtreden) gebaseerd op objectieve keuzes of autonomie? Daar lijkt het ook niet op. Het lijkt eerder dat we gefrustreerd zijn, boos, dat we het niet langer kunnen (ver)dragen en dat met een beroep op vrijheid aan het uiten zijn. Daarom is het terrasbezoek ook zo symbolisch; waar het echt over gaat, kunnen we maar moeilijk begrijpen.

Wil je via e-mail op de hoogte gehouden worden van nieuwe blogartikelen? Schrijf je dan hieronder in. Uitschrijven kan altijd via de uitschrijflink in de mails die je van mij ontvangt.

Loading

1 Reactie

  1. Maarten

    Oeps Wim, wat schrijf je nu allemaal? Is er geen vrije wil, misschien alleen in onze beleving? Ben je toch een fan van Dick Swaab geworden?
    Iemand die twijfelt aan de maatregelen en van zich laat horen, is een ‘dikke ik’? Iemand die gewillig gehoorzaamt, is een ‘dunne ik’? Iemand die het leven viert, is een egoïstische opportunist? Iemand die bang is voor de dood (van een ander), is een verantwoordelijk medemens?
    Ik herken me niet in je verhaal, niet in je overwegingen, noch in je conclusie. We maken allemaal ons eigen verhaal, dat is wel duidelijk, maar wat is uiteindelijk jouw verhaal? Hoe zie jij het als je het op jezelf betrekt en dus op de keuzes die je elke dag wel/niet maakt? Dat vind ik interessant. Daar ben ik benieuwd naar en die lees ik eigenlijk niet in je blog. Daarvoor blijf je me teveel in de wolken…
    Laten we erover doorpraten, tijdens een wandeling of een boottocht, of op een terras natuurlijk. Ik ben vóór!

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *